De versplintering.
Kom bij mij,
zei de vreemdeling.
Hand in hand op weg,
verloren en blij.
Geschopt en geslagen,
dronken en vreemd.
Bezig met één ding,
alleen jou te behagen.
Gebroken en kapot,
splinters om te tellen.
Wat er overblijft,
is nutteloos genot.
Cees Heijdel